20.12.04

7. The Organ - Grab That Gun



“Vijf verveeld (mistroostig?) kijkende Canadese dames met een Joy Division-fixatie, zo'n orgeltje dat ze ook bij Electrelane hebben en een oor voor melodielijnen die een beetje hoop tussen alle uitzichtloosheid weten te sprinkelen. Ofzo. En here's the part of the song, where i admit that i might be wrong is *de* mooiste songlyric van het jaar. Vind ik.”

Aldus Joris in september op het KinkAlternatief-forum, de video van The Organ's "Brother" aanprijzend. Het is maar goed dat de man geen dealer in tweedehands auto's is (en ik niet op zoek ben naar een tweedehands auto trouwens), want oh wat weet hij goed hoe je iets aan mij verkoopt. En inderdaad was ik direct verliefd op deze ontroostbaar kijkende vrouwen en hun deprimerende liedje. Dat mij meer aan The Smiths deed denken dan aan Joy Division overigens, met name door de manier van zingen van Katie Sketch (al moest ik in eerste instantie ook een associatie met Placebo wegwerken). Ook The Cure en Echo and the Bunnymen kwamen weer voorbij in de "klinkt als"-categorie, maar denk nu niet dat ik nu hetzelfde verhaal ga afsteken als bij The Killers. The Organ ("Brother" bleek een uitstekende introductie tot het album) bracht me niet zozeer terug naar mijn eigen jaren '80, van de lange schooldagen en de koude winters en het liefdesverdriet, maar naar de mystieke jaren '80, en het romantische beeld dat meestal opgeroepen wordt. Met je hoofd naar beneden dansen op de muziek van de bovengenoemde bands, in een donker rookhol, in een grote zwarte trui (met een gat erin) en legerkistjes aan je voeten. Vrolijk kijken verboden.
Machtig mooie tijd - vooral om op terug te kijken dan, stel ik me zo voor. Ik noem dit de mystieke jaren '80, omdat ik ze zo eigenlijk nauwelijks heb meegemaakt. Ik was tijdens de hoogtijdagen van deze doem/wave-periode nog te jong om daadwerkelijk in die rookholen te gaan dansen; en toen mijn tijd uiteindelijk aanbrak was de depri muziek inmiddels ingeruild voor heel wat swingender spul uit Manchester, en werd er niet meer naar de grond gestaard tijdens het dansen, maar naar het plafond – met hier en daar sterk verwijde pupillen natuurlijk. Ook een machtig mooie tijd hoor, daar niet van.
Waarschijnlijk juist omdat ik die doemjaren zelf slechts ken van geruchten en sterke verhalen (een vijf jaar oudere neef bijvoorbeeld, die jarenlang in Tilburgs bekendste alto-danscafé werkte), bleef het romantische beeld ervan overeind. Dat hele gedoe met drugs en kraakpanden en kommunistiese kollektieven is natuurlijk allemaal bitter afzien als je er daadwerkelijk inzit; veilig op je kamertje luisterend naar "Charlotte Sometimes" kun je je daar emotioneel best heel verbonden mee voelen, maar je bent toch blij als je moeder roept dat het eten klaar is.
Het mooie aan The Organ is nu dat het bij mij precies die romantiek van de jaren '80 oproept, en alleen dat. Geen enkele echte herinnering komt los, maar wel komt hetzelfde gevoel naar boven als destijds bij het luisteren naar dit soort herfstmuziek: dat je bijna zou willen dat je zo verdrietig was als deze muziek klinkt. Want wat klinkt Sketch toch ongelukkig, verloren en aangedaan. En wat zijn die emoties toch GROOT. Ik heb het gevoel dat al mijn verdriet en andere vergelijkbare gevoelens makkelijk in de hare passen en dat er dan nog steeds een hele hoop ruimte over is. Vergeleken bij haar enorme bloedend hart is het mijne een zielig ijsklompje.
En zo verheft deze band zich boven alle andere gitaargroepen die tegenwoordig 'iets' doen met dat o-zo-modieuze decennium: bij The Organ geen lekker ironische herinterpretatie van bepaalde stijlvormen; men gaat direct voor de kern, de substantie, van de jaren '80-gitaarmuziek: een stevige portie pathetiek, en verpakt deze in uiterst puntige songs (10 nummers binnen het half uur), zonder verdere poespas. Vrolijk kijken weer, voor even dan, verboden.
Website (Klik 'Merch' om fragmenten te beluisteren)
"Brother" (video) (rechtsklik+doel opslaan als)